Moeder zwaan is boos, ik ben bang en wij besmetten elkaar

Zwanen zijn gevaarlijk dieren als ze boos zijn en moeders lijken dat voortdurend te zijn als ze net jongen hebben. Met die vleugels kunnen ze, zonder problemen, alles breken wat je lief is. Enige vrees voor moeder zwaan die haar kroost beschermt is dus op zijn plaats.
Maar ja, het is zo vertederend al dat piepende jonge grut, dus voer ik ze brood als familie zwaan met die lelijke eendjes voorbij komt schurken. Wel heb ik regelmatig de beschutting van de schuifpui op mijn woonboot gezocht als moeder zwaan wel haar brood kreeg, maar haar dankbaarheid meende te moeten uiten door nog bozer te reageren.
Omdat ik regelmatig de familie zwaan voerde en het na afloop dus vaak op een lopen zette, merkte ik dat mijn vluchtgedrag haar nog bozer maakte.
Het experiment was geboren. Als ik nu eens niet bang zou worden, zou zij dan rustig worden. Zou dat lukken of is het risico te groot? We hadden elkaar eigenlijk niets misdaan, op wat dreigend geblaas van haar zijde na. Dus gewapend met sneetjes casino melkwit, rustig blijven tegen een kijvende zwanenmoeder. Of zou ik me sterker voelen met een halfje bruin volkoren? Angst beteugelen is niet makkelijk. Maar met de goede wil, kom je ver.
Het is intrigerend te merken dat mijn rust haar handmak maakte. Daar had ik wel een paar keer voor nodig om mijn eigen zwanenangst in te dammen. Een soort gevecht met mezelf: “Ik word niet bang van jouw angst”. Het resultaat was indrukwekkend. Naar mate ik rustig bleef, werd zij steeds rustiger. Moeder zwaan at uit mijn hand en vond het goed dat ook haar kroost dat deed.
Het ondergaan van haar angst maakt mij uiteindelijk niet meer bang. Het lijkt de mensenwereld wel.